ChristenUnie Overijssel vindt Wet Houdbare Overheidsfinanciën en het schatkistbankieren verwerpelijk

Geldmaandag 02 juli 2012 08:56

De Statenfractie vindt dat het College van Gedeputeerde Staten er alles aan moet doen om de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) van tafel te krijgen.

De Wet HOF zet het investeringsprogramma ‘Kracht van Overijssel’ onder druk en vraagt van een provincie met een sluitende structurele begroting het onmogelijke. Overijssel moet, als decentrale overheid,  een gelijkwaardige inspanning leveren aan het EMU-tekort. Overijssel heeft geen tekort, maar doordat de dekking uit de reserve gevormd bij de verkoop van de Essent gelden niet wordt meegerekend en de bestedingen wel, ontstaat een hoog negatief EMU-saldo.  De Wet HOF, die nog door de Tweede Kamer moet worden behandeld, werkt hierdoor wel heel desastreus uit voor Overijssel.

De ChristenUnie heeft ook meer principiële bezwaren tegen deze wet. De autonomie van de provincie als decentrale overheid wordt zwaar aangetast.  Die aantasting ligt de ChristenUnie zo zwaar op de maag, dat zij terugverlangt naar de Unie van Utrecht (1579). De zelfstandige gewesten/provinciën sloten met elkaar een akkoord  en spraken af, waar de landelijke overheid bevoegd was op te treden. Toen waren het autonome provincies, nu lijken we steeds meer op decentrale uitvoeringsdiensten, aldus de ChristenUnie. De fractie vindt dat GS zich moet inspannen om de onzalige uitwerking van deze wet voor Overijssel te voorkomen.

Wat de ChristenUnie betreft, geldt hetzelfde voor de invoering van het schatkistbankieren.  Dat bankieren is de omgekeerde vorm van ‘zilvervloot sparen’. In plaats van een bonus voor goed en consistent spaargedrag, wordt de provincie afgeroomd. Door de invoering van het schatkistbankieren schiet de provincie er mogelijk miljoenen bij in. Deze aantasting van de economie gaat er bij de ChristenUnie niet in. Zij wil dat er door GS en in IPO-verband alles aan wordt gedaan om deze voornemens bijgesteld te krijgen.  De ChristenUnie beschouwt deze maatregelen van het rijk als een principiële aantasting van de autonomie van het provinciaal bestuur.

 

« Terug