Statenvragen "Atalanta"
woensdag 05 maart 2003 21:04
Het boekgeschenk “Atalanta” wordt volgende week bezorgd bij alle Overijsselse middelbare scholen. De ChristenUniefractie vindt het woordgebruik op meerdere plaatsen ver onder de maat en heeft op sommige plaatsen meer weg van schuttingtaal dan van goed Nederlands. Daarom heeft de fractie een aantal vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.
Geachte College,
Gistermorgen ontving ik het boekgeschenk “Atalanta”, dat de volgende week wordt bezorgd bij alle Overijsselse middelbare scholen.
Dit boekje, in opdracht van de provincie Overijssel geschreven, en het daarbij horend toneelstuk van de toneelgroep Oostpool zijn een cadeautje voor de Overijsselse jongeren.
Hoewel wij niet afwijzend staan tegenover de gedachte om jongeren“te stimuleren meer te lezen en om de plaats die toneel en literatuur in Overijssel innemen te versterken”, hebben wij met verbazing en teleurstelling kennis genomen van de inhoud van dit boekwerkje en hebben wij op voorhand grote twijfels bij het uit te voeren toneelstuk.
In een tijd dat we met elkaar nadenken over waarden en normen in onze maatschappij en constateren dat er veel verruwing in woord en daad in onze maatschappij voorkomt en deze verruwing nog steeds toeneemt, bent u kennelijk van mening dat dit boekje een bijdrage levert om onze jongeren op een hoger literair niveau te krijgen.
Het woordgebruik is op meerdere plaatsen ver onder de maat en heeft op sommige plaatsen meer weg van schuttingtaal.
De manier waarop God en de naam van God in het boekwerkje worden gebruikt stuiten ons zeer tegen de borst.
De afbeelding op het kaft geeft ook niet de indruk met een literair werk van doen te hebben. Kennelijk passen dit soort uitingen uws inziens wel in uw stelling dat “de provincie publiek en culturele instellingen wil verleiden”.
Bovenstaande brengt ons op de volgende vragen:
1. Hoe luidde de opdracht die u heeft verstrekt?
2. Voldeed het resultaat geheel aan uw opdracht ?
3. Bent u werkelijk van mening dat dit boekje een positieve bijdrage levert aan de culturele en literaire ontwikkeling van jongeren tussen 13 en 18 jaar en een bijdrage levert aan een positieve waarden en normen ontwikkeling?
4. Bent u bereid dit boekje, alles afwegende, toch niet onder de scholen te verspreiden?
5. Wanneer het antwoord op vraag 4 nee luidt, wilt u dan een kopie van deze brief inclusief de vragen ter informatie toesturen aan de adressanten van dit boekje onder vermelding dat de ChristenUnie, onderdeel uitmakend van het Overijsselse bestuur, van mening is dat dit boekje geen positieve bijdrage levert aan de literaire ontwikkeling van jongeren?
Met vriendelijke groet namens de ChristenUnie fractie,
Johan Oldenburger
Fractievoorzitter
Gistermorgen ontving ik het boekgeschenk “Atalanta”, dat de volgende week wordt bezorgd bij alle Overijsselse middelbare scholen.
Dit boekje, in opdracht van de provincie Overijssel geschreven, en het daarbij horend toneelstuk van de toneelgroep Oostpool zijn een cadeautje voor de Overijsselse jongeren.
Hoewel wij niet afwijzend staan tegenover de gedachte om jongeren
In een tijd dat we met elkaar nadenken over waarden en normen in onze maatschappij en constateren dat er veel verruwing in woord en daad in onze maatschappij voorkomt en deze verruwing nog steeds toeneemt, bent u kennelijk van mening dat dit boekje een bijdrage levert om onze jongeren op een hoger literair niveau te krijgen.
Het woordgebruik is op meerdere plaatsen ver onder de maat en heeft op sommige plaatsen meer weg van schuttingtaal.
De manier waarop God en de naam van God in het boekwerkje worden gebruikt stuiten ons zeer tegen de borst.
De afbeelding op het kaft geeft ook niet de indruk met een literair werk van doen te hebben. Kennelijk passen dit soort uitingen uws inziens wel in uw stelling dat “de provincie publiek en culturele instellingen wil verleiden”.
Bovenstaande brengt ons op de volgende vragen:
1. Hoe luidde de opdracht die u heeft verstrekt?
2. Voldeed het resultaat geheel aan uw opdracht ?
3. Bent u werkelijk van mening dat dit boekje een positieve bijdrage levert aan de culturele en literaire ontwikkeling van jongeren tussen 13 en 18 jaar en een bijdrage levert aan een positieve waarden en normen ontwikkeling?
4. Bent u bereid dit boekje, alles afwegende, toch niet onder de scholen te verspreiden?
5. Wanneer het antwoord op vraag 4 nee luidt, wilt u dan een kopie van deze brief inclusief de vragen ter informatie toesturen aan de adressanten van dit boekje onder vermelding dat de ChristenUnie, onderdeel uitmakend van het Overijsselse bestuur, van mening is dat dit boekje geen positieve bijdrage levert aan de literaire ontwikkeling van jongeren?
Met vriendelijke groet namens de ChristenUnie fractie,
Johan Oldenburger
Fractievoorzitter