Luisteren en verbinden als politieke kernkwaliteiten

mensenwoensdag 18 juli 2018 17:08

‘Het is vreemd dat waarden die in onze samenleving wel worden gewaardeerd in de politiek in slecht aanzien staan. Samenwerking bijvoorbeeld, in plaats van competitie. Aardigheid in plaats van elkaar afbreken, nieuwsgierigheid in plaats van vooringenomenheid, openheid in plaats van cynisme’. (Halsema, 2016)

Door Jan Westert, fractievoorzitter

Onze samenleving kenmerkt zich door nieuwe tegenstellingen. Op regionaal en lokaal niveau beleef je de tegenstellingen concreet: rijk versus arm, westerse en niet westerse achtergronden, jong versus oud, stad en platteland, globaal en lokaal, hoog- en laagopgeleiden. Verschillen van inzicht over de waarden van vrijheid en gelijkheid, over de waarde van religie, over insluiting of uitsluiting. Veel debatten voeren we vanuit de achteruitkijkspiegel. Het politieke debat zou veel vaker moeten gaan over nieuwe verbindingen en samenwerking, over perspectief en hoop, maar het politieke debat smoort te vaak in het debat over het eigen gelijk. Het is veelzeggend onbevredigend als de voorzitter een interruptiedebat regelmatig moet afsluiten met de conclusie: ‘U gaat over de vraag, de geïnterrumpeerde over het antwoord.’   

Tegen de politiek heerst veel wantrouwen. De publieke sector kenmerkt zich door instituties die te ver zijn verbureaucratiseerd en geprofessionaliseerd, waarin de publieke sector als een bedrijf wordt gerund. Mensen willen gehoord en gezien worden, de overheid en de politiek moet naast mensen staan. Wantrouwen is funest voor de betrokkenheid van de burger bij de samenleving. De politiek en met name het geïnstitutionaliseerde stelsel staat onder druk. De roep om meer directe democratie is een andere uiting. Maar ook de poging om het openbaar bestuur in de provincie ‘van binnenuit en van onderop’ te vernieuwen door participatie van de burger te versterken is daarvan een uiting. Het antwoord wordt gevonden in participatiecodes, die regelen hoe en wanneer de burger zich betrokken mag weten. Deze aanpak blijft instrumenteel en raakt onvoldoende aan de basale behoefte van mensen om gehoord en gekend te worden.

Het gesprek over de vernieuwing het openbaar bestuur gaat te weinig over de rol van de volksvertegenwoordigers en die van politieke partijen zelf. Zijn zij/wij niet teveel deelgenoot van dat geïnstitutionaliseerde stelsel waar de burger van is vervreemd?

Dat is wat ik in elk geval regelmatig ervaar. In de statenzaal vertellen politici vooral hun eigen verhaal, niet echt gericht op het luisteren naar en overtuigen van de ander. Debatten dreigen soms eerder een bijdrage tot een voorspelbare polarisatie tussen coalitie en oppositie te zijn,  dan een bijdrage aan een gemeenschappelijke oplossing. Of het debat is vooral een vehikel om het eigen politieke gelijk te bevestigen, terwijl het debat juist een belangrijk middel zou moeten zijn om de gemeenschappelijke besluitvorming op een hoger plan te brengen, of ten minste te komen tot wederzijdse aanscherping van politieke stellingnames.  

Het citaat aan het begin van oud-politica Femke Halsema is mij uit het hart gegrepen. We leven in een digitale netwerkmaatschappij. De kracht van samenleven is zoeken naar verbinding en gemeenschappelijkheid, het overwinnen van grote tegenstellingen. Het tegendeel is aan de orde, er is sprake van (zelf) uitsluiting.

Daarom is reflectie op rol van de volksvertegenwoordiger belangrijk. Politiek moet naast mensen staan zonder verwachtingen te scheppen die onbehagen en frustratie voeden. Juist op regionaal niveau zijn politiek en bestuur in staat om de invloed van burgers op hun directe leefomgeving te stimuleren. Een coöperatief bestuur heeft toekomst. Dat vraagt van de volksvertegenwoordiger dat hij minder in standpunten debatteert, maar werkt aan verbinding en gesprek. Meer op straat, minder in vergaderzalen. Meer gericht op het gemeenschappelijke, minder gericht op de eigen politieke bubbel. Luisteren, verbinden en samenwerken, opkomen voor legitieme verlangens van burgers. Eerlijk en betrouwbaar zijn over doelen en de haalbaarheid er van. Naast burgers staan, ruimte geven, maar ook richting geven, trends duiden en rekenschap vragen en afleggen. Niet alleen in campagnetijd. De moderne volksvertegenwoordiger is vooral de dynamische middenvelder die tussen de linies de verbindende schakel weet te zijn.    

 

Literatuur

Halsema, F (2016) ‘Het is tijd voor constructieve politiek: een uitweg uit de polarisatie, De Correspondent, mei 2016

Benschop, H.P. (2017) Nieuwe tegenstellingen, wat doen we er mee? Essaybundel in het kader van de Toekomstverkenning ‘Grotere tegenstellingen’, Trendbureau Overijssel

Jan Westert is fractievoorzitter voor de ChristenUnie in Overijssel Deze bijdrage werd ook gepubliceerd in het Zakboek Statenleden, 2018

« Terug