In zijn speech herinnerde Westert, als vertegenwoordiger van de ChristenUnie, aan de motie van Andre Rouvoet in 2004 om van Turkije te verlangen de genocide te herkenning, opdat de weg tot verzoening mogelijk zou worden gemaakt. Ook het Kamerlid Joel Voordewind heeft zich in de jaren daarna veelvuldig ingezet om het belang van die erkenning en herkenning te onderstrepen. En nog vorig jaar heeft de ChristenUnie zich in Overijssel sterk gemaakt voor de positie van de Armeense gemeenschap rond de commotie bij het herdenkingsmonument in Almelo.

In zijn toespraak constateerde Jan Westert dat we  de geschiedenis niet moeten wegmoffelen. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de  mensheid. ‘Erkenning en herkenning, informatie over het verleden, opdat we niet vergeten’, is essentieel. Dat legt de basis voor verzoening, maar herinnert ons ook aan een wereld die we nimmer normaal mogen gaan vinden. Juist nu vinden er in hetzelfde gebied opnieuw afschuwelijke gebeurtenissen plaats, is er geen vrijheid om vanuit een eigen geloofsovertuiging te leven. De ChristenUnie wil juist daarom naast de Aramese en Armeense gemeenschap staan. De partij zal zich voor de gemeenschap blijven inzetten, wil het bemoedigen en oog hebben voor hun positie.

Deze herdenking gaat vooraf aan zeventig jaar bevrijding van ons eigen land. Ook dan staan we stil bij de vele slachtoffers en de genocide van de Tweede Wereldoorlog. Het leed van die oorlog raakt onze nabestaande nog steeds en doet ons beseffen, hoe belangrijk het is om te erkennen en te herdenken, aldus de Overijsselse CU-voorman, die daarbij refereerde aan de herdenking van 46 onschuldige mensen die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog bij Varsseveld, als actie van vergelding koelbloedig en onschuldig  werden neergeschoten