ChristenUnie wil van GS weten hoe de vlag er financieel bij staat bij Overijsselse gemeenten door tekorten op jeugdzorg
De ChristenUnie Overijssel wil van het college van GS inzicht in de tekorten op de jeugdzorg bij de Overijsselse gemeenten. Fractievoorzitter Jan Westert snapt dat de jeugdzorg geen provinciale taak meer is, “maar de tekorten gaan ons wel aan het hart, omdat de provincie nog maar kortgeleden de jeugdzorg als gevolg van het rijksbeleid aan de gemeenten heeft overgedragen. Die transitie ging gepaard met een bezuiniging. Bovendien heeft de provincie een toezichthoudende rol op de gemeentelijke financiën.” Vanuit die rol kan de provincie ook signaleren welke consequenties deze tekorten hebben op de gemeentelijke begroting.
De gezamenlijke gemeenten in Nederland kampen met miljoenen tekorten op de jeugdzorg. Over 2018 wordt ook voorzien dat de tekorten op de jeugdzorg fors zullen zijn. Voor veel gemeenten betekent dit dat er stevig bezuinigd moet worden om tot sluitende begrotingen te komen.
Bij de overgang van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten was de verwachting dat gemeenten met maatwerk, en of lichtere zorg efficiënter konden helpen. De transitie van de jeugdzorg ging derhalve ook gepaard met een bezuinigingsopgave. De decentralisatie van de jeugdzorg heeft kennelijk onvoldoende effect. De signalen zijn dat er een groei is in het beroep op de jeugdzorg, waardoor tekorten nog verder oplopen. Bovendien hebben ook gemeenten maar weinig mogelijkheden om het verwijzingsgedrag (van huisartsen, kinderrechter, jeugdartsen etc.) te beïnvloeden. Ze staan echter wel voor de rekening. De ChristenUnie wil graag weten welk beeld dit oplevert in de Overijsselse gemeenten en in welke mate er vanuit de provinciale toezicht rol zicht bestaat op de problematiek van de jeugdzorg. “Wij vragen ons bovendien af, of er vanuit de provincie geen ondersteunend signaal naar het rijk nodig is, aldus de fractie van de ChristenUnie in Overijssel.
- Kunt u ons een overzicht verstrekken van de tekorten van de jeugdzorg in de Overijsselse gemeenten?
- Geven alle gemeenten op eenzelfde wijze inzicht in de kosten van de jeugdzorg en zijn de cijfers tussen gemeenten vergelijkbaar?
- Welke verklaring hebben de Overijsselse gemeenten voor de tekorten op de jeugdzorg en welke ontwikkelingen voorzien zij de komende jaren op het terrein van de jeugdzorg?
- Wat is het beeld, dat er vanuit het toezicht op de gemeentelijke financiën bij het college van GS bestaat over de tekorten op de jeugdzorg? Komen als gevolg van deze tekorten gemeenten onder preventief toezicht te staan?
- Zet de tendens van tekorten op de jeugdzorg zich ook voor de komende jaren door? Met andere woorden drukken de lasten van de jeugdzorg de komende jaren structureel zwaarder op de gemeentelijke begrotingen?
- Ziet het college mogelijkheden om samen met ander provincies, bijvoorbeeld in het verband van IPO deze problematiek bij het Rijk aan de orde te stellen. En zo de gemeenten behulpzaam te zijn bij het vinden van een oplossing?.