De ChristenUnie in Overijssel wil weten waar het geld naar toe gaat, dat Oost-Nederland heeft gekregen om ondermijning te bestrijden.

geldvrijdag 23 november 2018 13:02

Oost-Nederland krijgt 9 miljoen euro van het kabinet krijgt ter bestrijding van ‘ondermijnende activiteiten’. Het gaat daarbij vooral om drugshandel en de vermenging van onder- en bovenwereld. De ChristenUnie wil weten hoe dat geld wordt besteed en welk bedrag ervan voor Overijssel is bestemd?

“De ChristenUnie vindt ondermijning een belangwekkend thema” aldus fractievoorzitter Jan Westert, die verder aangeeft dat “De ChristenUnie met anderen indertijd ondermijning ook in Overijssel op de kaart heeft gezet. Er is geïnvesteerd in een programma dat bijdraagt aan vergaring van expertise en kennisdeling. Nu er extra rijksmiddelen komen is het van belang te weten, hoe dat geld wordt ingezet.” De ChristenUnie zou het geld vooral willen inzetten om de problematiek van verpaupering op vakantieparken met alle uitwassen van dien aan te pakken.”

 De ChristenUnie heeft daarom de volgende vragen aan het college van gedeputeerde staten gesteld.

  1. Het geld voor Oost Nederland is vooral beschikbaar voor het onderzoekcentrum RIEC. In welke mate beïnvloedt deze rijksbijdrage de door de provincie zelf ter beschikking gestelde middelen en waartoe worden die middelen in Overijssel tot nu toe ingezet? Is het mogelijk dat er sprake zal zijn van dezelfde soort van onderzoeksactiviteiten en zo ja hoe voorkomt u dat?
  2. Welk deel van de beschikbare middelen (9 miljoen euro) daalt neer in Overijssel, wie kan over deze middelen beschikken en welke voorwaarden worden er gesteld m.b.t. de besteding?
  3. Eén deel van de middelen is ook voorzien om iets te doen aan de verouderde en verpauperde vakantieparken. Op welke wijze wordt hier een handige combi gemaakt met de aanpak die Overijssel voorstaat.
  4. Hoe staat het overigens met het tegengaan van de verpaupering? In het Vechtdal wordt een pilot gestart om een aanpak tegen verpaupering van vakantieparken te realiseren, maar heeft dat ook betekenis voor andere streken in de provincie? Bieden de middelen van het rijk ook mogelijkheden om het beleid op dit punt te intensiveren?
  5. In het programma tegen ondermijning, dat door onze provincie Overijssel op gang is gebracht, wordt ook aandacht gegeven aan trainingen om ambtenaren en bestuurders alert te maken op werkwijze bij ondermijning. Kan het college aangeven wat er op dit gebied al gebeurd is en op welke wijze de middelen van het rijk daarbij ingezet kunnen worden?
  6. In een eerdere fase is gevraagd om Provinciale Staten meer inzicht te geven in de ontwikkelingen rond ondermijning in Overijssel. Is die gelegenheid er nog bijv. via informatie vanuit de veiligheidsregio?

 

« Terug