Bovendien levert die kennis al zodanig nog geen goed besluit op. Burgers zijn immers gewoon mensen met een diversiteit aan opvattingen. Soms heel tevreden, soms heel ontevreden, soms heel betrokken, maar dan weer helemaal niet betrokken. Dat heeft alles te maken met de vraagstukken die aan de orde zijn. Het is de taak van de volksvertegenwoordiger om die diversiteit aan opvattingen en belangen af te wegen tegen het algemeen belang. In dat debat nemen we burgers serieus, maar het is gemakkelijk om besluitvorming alleen te toetsen aan ‘ik weet wat de burger wil’. Alleen al het feit, dat er negen politieke partijen deel uit maken van Provinciale Staten geeft aan, dat er dialoog nodig is om het politiek gesprek over de maatschappelijke opgaven goed te kunnen voeren. ‘Ik weet wat de burger wil’ is eigenlijk niet meer dan je zegt ‘ik weet wat goed voor je is’. Het is een tamelijk populistische benadering, maar dat niet alleen. Ten diepste is het een ontzettend autoritaire opvatting met ook een gevaarlijke kant voor onze democratie.

We hebben juist een democratisch stelsel om die eendimensionale benadering van ‘ik weet wat de burger wil’ te temperen en burgers die er anders over denken ook te vertegenwoordigen. Dat grote goed van onze rechtsstaat is het waard om verdedigd te worden. Daar zouden we als volksvertegenwoordigers en burgers wel wat meer trots op mogen zijn.

Jan Westert
Fractievoorzitter ChristenUnie