Aan het college van Gedeputeerde Staten

Van Overijssel,

Postbus 10078,

8000 GB Zwolle.                                                            Rijssen, 6 september 2005.

 

 

Onderwerp: schriftelijke vragen ex artikel 39 van het Reglement van orde over de Evangelische scholengemeenschap de Passie in Wierden.

 

Geacht college,

 

De statenfractie van de ChristenUnie Overijssel heeft met verontrusting kennis genomen van de impasse waarin de Passie, de evangelische school voor voortgezet onderwijs, zich in Wierden bevindt.

Zoals bekend is het bezwaar van de gemeente Wierden tegen de Passie door de Raad van State ongegrond verklaard en ook de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Wierden heeft de Passie in het gelijk gesteld als het gaat om de huisvestingsaanvraag voor 2005.

De verantwoordelijkheid voor de huisvesting van de Passie berust bij de gemeente Wierden en de gemeente Wierden zal dan ook voortvarend te werk moeten gaan om de Passie conform het grondwettelijk recht van vrijheid van onderwijs in deze gemeente te huisvesten.

Deze voortvarendheid is geboden gezien het feit dat in september 2005 het plan van scholen voor 2006 wordt vastgesteld.

 

Bij brief van 14 juli 2005 heeft uw college het gemeentebestuur van Wierden het volgende bericht:

“De provincie heeft in het kader de Wet Voortgezet Onderwijs” (WVOart.66, 5^e lid) een adviserende taak naar de Minister van Onderwijs onder andere inzake de vestiging van scholen voor Voortgezet Onderwijs. In de uitoefening van deze taak heeft de provincie in april 2002 een positief advies doen uitgaan ten aanzien van de aanvraag voor vestiging van “De Passie”in Almelo. Deze aanvraag voldeed in alle opzichten aan de wettelijke voorwaarden die daaraan worden gesteld. De provincie heeft haar advies vergezeld van de opmerking dat, gezien de verwachte druk die vestiging van “De Passie”op het reeds bestaande onderwijs in Almelo teweeg zou brengen, het wellicht verstandig zou zijn te onderzoeken of alternatieve vestigingslocaties voorhanden waren. Hierbij zijn geen concrete suggesties genoemd.

Ook bemiddeling heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Er zijn geen nieuwe feiten die nopen tot een verdere actieve provinciale betrokkenheid.”

 

Het zal duidelijk zijn, dat onze fractie van mening is dat de rol van de provincie meer is dan alleen maar adviseren in het kader van de VWO.

De Provinciewet kent de mogelijkheid van het (financieel) toezicht op de gemeentebesturen.

 

Het bovenstaande brengt ons op de volgende vragen:

Met vriendelijke groet,

Namens de Statenfractie van de ChristenUnie,

Freek Nieuwenhuis,

Tel.0548-515066

e-mail: fnieuwenhuis@zonnet.nl