Rijksgebouwen en rijksbanen

Een motie van de ChristenUnie om het college van Gedeputeerde Staten op te dragen met de rijksoverheid in overleg te treden over het behoud van meer rijksbanen in Overijssel werd in de tweede ronde van de perspectiefnota door fractievoorzitter, Jan Westert, teruggetrokken. Het college van GS maakte duidelijk, dat er op dit moment geen reden toe is om dit vraagstuik extra te benadrukken. Uit de plannen van minister blok blijkt, dat hij tot 2020 nog een afname van 56 fte voorziet, maar dat er geen echte veranderingen in de afname van  rijksdiensten te verwachten zijn.  De aanleiding voor de motie van de ChristenUnie was dat er in Overijssel veel wordt bijgedragen aan de rijksbezuinigingen en dat er vervolgens ook door het vertrek van Rijksdiensten nog een s veel werkgelegenheid verloren gaat. Westert doelde daar op de sluiting van veldzicht en het vertrek van de rechtbank uit Almelo. Hij was er niet gerust op, dat er niet nog meer zou worden bezuinigd en wil daarom afspraken met het Rijk. Door het college werd duidelijk uitgelegd, dat het op dit moment niet nodig is daarover nadere afspraken te maken met het Rijk. Daarom haalde de ChristenUnie de motie terug.

Toekomst ZZP-ers

In het kader van de Perspectiefnota uitte de ChristenUnie ook haar zorg over de oplopende werkloosheid in Overijssel. Onder jongeren en vakmensen in de bouw is de werkloosheid duidelijk voelbaar. Een motie van het CDA tegen de jeugdwerkloosheid werd door de ChristenUnie ondersteund. Minder opvallend is de positie van de ZZP’er, maar ook zij lijden onder de economische recessie. Het werk is schaars. De opdrachten dun en er is concurrentie op tarieven.

De ChristenUnie wil dat daar extra aandacht aan wordt geschonken. In het kader van het regionaal economisch beleid kan dat door te focussen op het toekomstbestendiger maken van deze groep op de arbeidsmarkt. Bij veel zzp’ers is er niet veel ruimte om te investeren in zichzelf, terwijl de innovatie in de industrie en de veranderingen in de bouw dit wel nodig maken.  De ChristenUnie vraagt daarom het thema te behandelen in het Platform MBO om te kijken wel opleidingscapaciteit en –behoefte er voor zzp’ers kan worden ontwikkeld.  Bovendien wil de fractie van de ChristenUnie aandacht van de SER voor deze groep beroepsbeoefenaren. Een motie met die strekking, ingediend door ChristenUnie en CDA, hoefde niet in stemming te worden gebracht, omdat gedeputeerde Rietkerk volledig meeging in de motie en toezegde de problematiek van de zzp’ers aan te zullen kaarten in de gevraagde gremia.

Vernieuwing binnensteden

De leegstand in de detailhandel heeft de politiek geconfronteerd met de toekomst van de binnenstad en de centra. De leefbaarheid van de binnensteden wordt voornamelijk bepaald door de detailhandel en horeca. Beiden hebben het zwaar ten gevolge van de recessie, maar gelijktijdig is er ook sprake van een blijvende ontwikkeling. Winkels hebben door de toekomst van internet veel minder oppervlakte nodig. De leegstand krijgt een structureel karakter. Dat vraagt een andere benadering van de stedelijke centra. Er is veel meer diversiteit nodig om de centra aantrekkelijk te houden. In het najaar wil de ChristenUnie aandacht aan besteden. Dan komt er ook een verkenning van het Trendbureau over dit thema en is het zaak daarover nader van gedachten te wisselen.

Kerktorens

De motie van D66 om historische kerktorens versneld in restauratie te nemen vond een gewillig hoor bij Jan Westert. Hij diende de motie graag mee in bij de Perspectiefnota. D66 benadrukt de cultuur-historische waarde van de kerktorens.  Van de ChristenUnie mag je verwachten dat zij voor deze motie voer kerktorens zijn, zo betoogde Westert aan het slot van de Perspectiefnota. ‘Dat doen wij, omdat we die cultuurhistorische waarde ook zien, maar belangrijker de  kerktoren heeft niet alleen een horizontale betekenis als cultuur-historisch monument, maar ook verticaal. De toren plaatst het doen en laten van de mens in het perspectief van de hoop’. Juist tegen die achtergrond is het mooi om deze motie van D66 mee in te dienen.